Sterilisatiedamp: eigenschappen en vereisten voor een optimale sterilisatie

Sterilisatiedamp: eigenschappen en vereisten voor een optimale sterilisatie

De kwaliteit en samenstelling van de sterilisatiedamp spelen een centrale rol voor het succes van de stoomsterilisatie en de bescherming van het te steriliseren materiaal en de autoclaaf.

 

Belangrijke eigenschappen van sterilisatiedamp
Voor een veilige en valideerbare sterilisatie moet de stoom aan bepaalde eigenschappen voldoen. Stoom is de gasvormige toestand van water, dat bij verdamping energie opneemt in de vorm van latente verdampingswarmte en deze bij condensatie weer afgeeft. Deze warmteafgifte is cruciaal voor het doden van micro-organismen.

 

Soorten stoom

  • Verzadigde stoom: Gezadigde stoom die ontstaat bij kokend water en de optimale vochtigheid heeft. Door condensatie levert deze stoom de nodige warmte voor een effectieve sterilisatie.
  • Onverzadigde stoom: Ontstaat wanneer er onvoldoende water aanwezig is, bevat minder vocht en is minder effectief.
  • Oververhitte stoom: Wordt geproduceerd wanneer verzadigde stoom verder wordt verwarmd zonder dat er nieuwe waterdamp ontstaat. Het is droog, geeft geen condensatiewarmte af en vermindert het sterilisatie-effect..

 

Effecten van lucht in het sterilisatieproces
Lucht in de sterilisator werkt als een thermische isolator, omdat het een lagere warmtecapaciteit heeft dan stoom. Dit verhindert een gelijkmatige bevochtiging van het te steriliseren materiaal en er kunnen koude plekken ontstaan die het sterilisatieresultaat in gevaar brengen.

Het volledig verwijderen van lucht uit de sterilisatiekamer en het te steriliseren materiaal, met name bij poreuze materialen, is daarom essentieel. Moderne sterilisatoren maken gebruik van vacuümcycli om lucht effectief te verwijderen en de stoomdoorstroming te optimaliseren.

 

Normatieve eisen
De kwaliteit van de sterilisatiedamp en de luchtvrijheid zijn vastgelegd in de norm EN 285. Deze norm bepaalt dat alleen zuivere, verzadigde damp zonder verontreinigingen mag worden gebruikt en dat constante druk- en temperatuuromstandigheden moeten worden gehandhaafd. Zo wordt de bescherming van het te steriliseren materiaal en de autoclaaf en een reproduceerbare sterilisatie gewaarborgd.